"Aanpassingen en verduidelijkingen."

Een realisatie van
Gelijke Kansen in Vlaanderen
en Inter
 
 
 
Verder Bladeren
Naar Top
Terug Bladeren
 
 
 

Toeristische verblijfsaccommodaties

Voor de bepaling van het toepassingsgebied wordt er een onderscheid gemaakt tussen toeristische verblijfsaccommodaties met maximaal 10 accommodaties (grootte van de gemeenschappelijke verbruiksruimte bepaalt het toepassingsgebied) en met meer dan 10 accommodaties (uitgebreid toepassingsgebied).

Bij toeristische verblijfsaccommodaties met maximaal 10 accommodaties en een verbruiksruimte groter dan 150m² moet de verbruiksruimte, het bijhorende sanitair en de weg ernaartoe toegankelijk zijn. Is er geen gemeenschappelijke verbruiksruimte van deze grootte, dan vallen deze gebouwen buiten het toepassingsgebied.

Bij toeristische verblijfsaccommodaties met meer dan 10 accommodaties is de verordening van toepassing op alle gemeenschappelijke delen, inclusief de toegangsdeuren tot elke accommodatie. Daarenboven moet min. 4% (min.1) van elke accommodatievorm aangepast zijn.
 
 
 

Meergezinswoningen en groepswoningbouw

Bij groepswoningbouw zullen de verschillende woongebouwen elk apart bekeken worden (ook al zijn ze gelegen op één perceel).


Bij meergezinswoningen die één fysiek aansluitend geheel vormen (dus fysiek één gebouw), moeten de wooneenheden samengeteld worden voor de
bepaling van het toepassingsgebied, zelfs al worden deze gebouwen opgesplitst door meerdere toegangen te voorzien.  

 
Meergezinswoningen, die uit verschillende aansluitende delen bestaan, moeten enkel volledig voldoen voor de onderdelen die toegangsdeuren tot wooneenheden hebben op meer dan 2 niveaus. Voor de
onderdelen van het gebouw die geen toegangsdeuren tot wooneenheden hebben over meer dan 2 niveaus gelden de bepalingen enkel voor de gelijkvloerse verdieping (de trappen naar andere niveaus niet inbegrepen)
Dus bij een appartementsgebouw dat bestaat uit een deel met toegangen tot wooneenheden op 2 niveaus en een deel met toegangen tot wooneenheden op 3 niveaus, moet het deel met toegangen op 3 niveaus volledig voldoen. Het deel met toegangen op 2 niveaus moet enkel voor het gelijkvloers voldoen.


Bij meergezinswoningen wordt er een bijkomende overgangsmaatregel ingevoerd. Deze overgangsmaatregel geldt voor alle vergunningsaanvragen die worden ingediend vóór 1 januari 2013. Er geldt dan dat:

  • de verordening, bij meergezinswoningen met minstens 6 wooneenheden én toegangsdeuren tot wooneenheden over meer dan 3 niveaus, van toepassing is op de gemeenschappelijke delen, inclusief de toegangsdeuren (publieke zijde) tot elke wooneenheid;
  • de verordening, bij meergezinswoningen met minstens 6 wooneenheden én toegangsdeuren tot wooneenheden over exact 3 niveaus, van toepassing is op het gelijkvloers (gemeenschappelijke delen, inclusief de publieke zijde van de toegangsdeuren tot elke wooneenheid op het gelijkvloers), met uitzondering van trappen naar andere niveaus.

Voor meergezinswoningen geldt ook nog dat de toegankelijkheidsbepalingen voor de toegangsdeuren tot wooneenheden, enkel van toepassing zijn aan de publieke zijde van deze toegangsdeuren en niet aan de private zijde van het appartement. Dit betekent dat voor de toegangsdeuren tot appartementen, de vrije draairuimte (ø150cm) en de opstelruimte (50cm) enkel aan de publieke zijde aanwezig moeten zijn.


Voor meergezinswoningen, die een toegankelijke lift hebben, moet de trap niet langer voldoen aan de toegankelijkheidsbepalingen.

 
 
 

kamerwoningen, studentenhuizen en studentengemeenschapshuizen

Bij kamerwoningen, studentenhuizen en studentengemeenschapshuizen die één fysiek aansluitend geheel vormen (dus fysiek één gebouw), moeten de kamers samengeteld worden voor de bepaling van het toepassingsgebied, zelfs al worden deze gebouwen opgesplitst door meerdere toegangen te voorzien.  

 

Kamerwoningen, studentenhuizen en studentengemeenschapshuizen, die uit verschillende aansluitende delen bestaan, moeten enkel volledig voldoen voor de onderdelen die toegangsdeuren tot kamers hebben op meer dan 2 niveaus. Voor de onderdelen van het gebouw die geen toegangsdeuren tot wooneenheden hebben op meer dan 2 niveaus gelden de bepalingen enkel voor de gelijkvloerse verdieping (de trappen naar andere niveaus niet inbegrepen)
Dus bij een studentenhuisvesting dat bestaat uit een deel met toegangen tot kamers op 2 niveaus en een deel met toegangen tot kamers op 3 niveaus, moet het deel met toegangen op 3 niveaus volledig voldoen. Het deel met toegangen op 2 niveaus moet enkel voor het gelijkvloers voldoen.

 

Ook bij deze gebouwen wordt er een bijkomende overgangsmaatregel ingevoerd. Deze overgangsmaatregel geldt voor alle vergunningsaanvragen die worden ingediend vóór 1 januari 2013. Er geldt dan dat:

  • de verordening, bij kamerwoningen, studenten- en studentengemeenschapshuizen met minstens 20 wooneenheden én toegangsdeuren tot wooneenheden over meer dan 3 niveaus, van toepassing is op de gemeenschappelijke delen, inclusief de toegangsdeuren (publieke zijde) tot elke wooneenheid;
  • de verordening, bij kamerwoningen, studenten- en studentengemeenschapshuizen met minstens 20 wooneenheden én toegangsdeuren tot wooneenheden over exact 3 niveaus, van toepassing is op het gelijkvloers (gemeenschappelijke delen, inclusief de publieke zijde van de toegangsdeuren tot elke wooneenheid op het gelijkvloers), met uitzondering van trappen naar andere niveaus.

Voor kamerwoningen, studentenhuizen en studentengemeenschapshuizen geldt ook nog dat de toegankelijkheidsbepalingen voor de toegangsdeuren tot kamers, enkel van toepassing zijn aan de publieke zijde en niet aan de private zijde van de kamer. Dit betekent dat voor de toegangsdeuren tot kamers, de vrije draairuimte (ø150cm) en de opstelruimte (50cm) enkel aan de publieke zijde aanwezig moeten zijn.

 

Voor kamerwoningen, studentenhuizen en studentengemeenschapshuizen, die een toegankelijke lift hebben, moet de trap niet langer voldoen aan de toegankelijkheidsbepalingen.

 
 
 

Gezondheid- en welzijnsinstellingen met kamers/wooneenheden, internaten verbonden aan een onderwijsinstelling of onder bevoegdheid VAPH, strafinrichtingen

Bij gebouwen die één fysiek aansluitend geheel vormen (dus fysiek één gebouw), moeten de kamers of wooneenheden samengeteld worden voor de bepaling van het toepassingsgebied, zelfs al worden deze gebouwen opgesplitst door meerdere toegangen te voorzien.  

 

Ook bij deze gebouwen wordt er een bijkomende overgangsmaatregel ingevoerd. Deze overgangsmaatregel geldt voor alle vergunningsaanvragen die worden ingediend vóór 1 januari 2013. Er geldt dan dat:

  • de verordening, bij gezondheid -en welzijnsinstellingen, internaten verbonden aan een onderwijsinstelling of onder bevoegdheid VAPH, strafinrichtingen met minstens 20 kamers/wooneenheden én toegangsdeuren tot kamers/wooneenheden over meer dan 3 niveaus, van toepassing is op de gemeenschappelijke delen, inclusief de toegangsdeuren tot elke wooneenheid/kamer;
  • de verordening, bij gezondheid -en welzijnsinstellingen, internaten verbonden aan een onderwijsinstelling of onder bevoegdheid VAPH, strafinrichtingen met minstens 20 wooneenheden én toegangsdeuren tot kamers/wooneenheden over exact 3 niveaus, van toepassing is op het gelijkvloers (gemeenschappelijke delen, inclusief de toegangsdeuren tot elke wooneenheid op het gelijkvloers), met uitzondering van trappen naar andere niveaus.
 
 
 

Andere publiek toegankelijke gebouwen (niet art. 4 of 5)

Voor gebouwen zonder verblijfs- of woonfunctie met een publiek toegankelijke oppervlakte van minder dan 150m² wordt er naast een toegankelijke toegang, nu ook een toegankelijk toegangspad gevraagd. Het zou al te gek zijn een toegankelijke deur te voorzien waarvoor er zich nog enkele treden bevinden.

 

Gezien de verordening op dit punt iets strenger wordt, zal hiervoor in een overgangstermijn worden voorzien en zal deze bepaling pas toegepast moeten worden vanaf 6 maanden na de publicatie in het Belgisch Staatsblad, met name op 21 september 2011.

 
 
 

Wijzigingen in normen

Een aantal normen werden aangepast.

 

Zo is het niet langer verplicht om telkens zowel een aangepast sanitair, kleedruimte of pashokje voor mannen als voor vrouwen te voorzien, wanneer er een multifunctionele ruimte wordt gecreƫerd die voor beide seksen toegankelijk is en in een neutrale zone is gelegen.

 

Tussenbordessen van een helling moeten voortaan slechts 120 cm op 150 cm groot zijn wanneer er geen verandering in richting is. Wordt er via het tussenbordes wel een richtingsverandering gerealiseerd, dan blijft de te respecteren maat 150 cm op 150 cm

 

De vrije doorgangshoogte van deuren wordt beter afgestemd op de courante standaardmaten: 209 cm in plaats van 210 cm

 

Deuren die toegang geven tot een ruimte die uitsluitend gebruikt wordt als trappenhal moeten niet langer voldoen aan de toegankelijkheidsvoorschriften voor de vrije draairuimte en opstelruimte.