Bij kamerwoningen, studentenhuizen en studentengemeenschapshuizen die één fysiek aansluitend geheel vormen (dus fysiek één gebouw), moeten de kamers samengeteld worden voor de bepaling van het toepassingsgebied, zelfs al worden deze gebouwen opgesplitst door meerdere toegangen te voorzien.
Kamerwoningen, studentenhuizen en studentengemeenschapshuizen, die uit verschillende aansluitende delen bestaan, moeten enkel volledig voldoen voor de onderdelen die toegangsdeuren tot kamers hebben op meer dan 2 niveaus. Voor de onderdelen van het gebouw die geen toegangsdeuren tot wooneenheden hebben op meer dan 2 niveaus gelden de bepalingen enkel voor de gelijkvloerse verdieping (de trappen naar andere niveaus niet inbegrepen)
Dus bij een studentenhuisvesting dat bestaat uit een deel met toegangen tot kamers op 2 niveaus en een deel met toegangen tot kamers op 3 niveaus, moet het deel met toegangen op 3 niveaus volledig voldoen. Het deel met toegangen op 2 niveaus moet enkel voor het gelijkvloers voldoen.
Ook bij deze gebouwen wordt er een bijkomende overgangsmaatregel ingevoerd. Deze overgangsmaatregel geldt voor alle vergunningsaanvragen die worden ingediend vóór 1 januari 2013. Er geldt dan dat:
- de verordening, bij kamerwoningen, studenten- en studentengemeenschapshuizen met minstens 20 wooneenheden én toegangsdeuren tot wooneenheden over meer dan 3 niveaus, van toepassing is op de gemeenschappelijke delen, inclusief de toegangsdeuren (publieke zijde) tot elke wooneenheid;
- de verordening, bij kamerwoningen, studenten- en studentengemeenschapshuizen met minstens 20 wooneenheden én toegangsdeuren tot wooneenheden over exact 3 niveaus, van toepassing is op het gelijkvloers (gemeenschappelijke delen, inclusief de publieke zijde van de toegangsdeuren tot elke wooneenheid op het gelijkvloers), met uitzondering van trappen naar andere niveaus.
Voor kamerwoningen, studentenhuizen en studentengemeenschapshuizen geldt ook nog dat de toegankelijkheidsbepalingen voor de toegangsdeuren tot kamers, enkel van toepassing zijn aan de publieke zijde en niet aan de private zijde van de kamer. Dit betekent dat voor de toegangsdeuren tot kamers, de vrije draairuimte (ø150cm) en de opstelruimte (50cm) enkel aan de publieke zijde aanwezig moeten zijn.
Voor kamerwoningen, studentenhuizen en studentengemeenschapshuizen, die een toegankelijke lift hebben, moet de trap niet langer voldoen aan de toegankelijkheidsbepalingen.