Niveauverschillen maken steeds onderdeel uit van onze (loop)route in en rond een gebouw. Door hun specifieke vormgeving en het belang van een goede organisatie van het geheel vormen ze vaak knelpunten of obstakels.
Door een onoverbrugbare drempel kan een gebouw of een ruimte voor bepaalde personen onbereikbaar en bijgevolg ook onbruikbaar worden.
Een drempelloze (loop)route is een streefdoel. Omwille van ruimtelijk en praktische reden is dit in en rond een gebouw echter niet altijd mogelijk.
Onaangekondigde kleine niveauverschillen op onze looproute zijn bijvoorbeeld oneffenheden in de ondergrond, stoepranden en boorden, plassen en verzakkingen, drempels aan toegangsdeuren, enzovoort.
Het zijn vaak kleine obstakels die we niet snel opmerken. We blijven er met de voet achter hangen, een kinderwagen stopt met een schok. Ze zorgen voor struikelgevaar voor iedereen.
Continuïteit in de (loop)route is belangrijk. Hoewel niet iedereen een niveauverschil als knelpunt ervaart, betekent het overbruggen ervan voor iedereen een te nemen hindernis.
Onnodige niveauverschillen vermijden is een belangrijke opdracht tijdens de ontwerpfase. Waar ze niet vermeden kunnen worden of vanuit technisch oogpunt noodzakelijk zijn, moeten ze op een goede wijze geïntegreerd en uitgevoerd worden.
Drempels of kleine niveauverschillen tot maximaal 2 cm hoogte kunnen vrij makkelijk overbrugd worden. Ze worden best hellend en afgeschuind voorzien, zodat rolstoelgebruikers of personen met kinderwagens of winkelkarretjes er gemakkelijk over kunnen rijden.
Zorg dat kleine niveauverschillen op de (loop)route aangekondigd worden, zodat een gebruiker ze kan opmerken. Waarschuwen kan op verschillende manieren. Maak gebruik van contrasten in materiaal, voorzie een variatie in kleuren of voorzie accentverlichting.