Drempel
Toegangsdeuren zijn optimaal drempelvrij. Dit wil zeggen dat er een hoogteverschil van maximum 2cm is bij de overgang tussen buiten- en binnenruimte.
De aansluiting tussen de binnen- en buitenruimte moet zo vlot en aaneengesloten mogelijk zijn. Dit kan door onder andere een goede detailafwerking van de deurdorpel en de aansluiting met de binnenbevloering. Optimaal is de dorpel afgeschuind of licht hellend uitgewerkt.

Op de plaats van de drempel, aan de doorgang of iets ervoor of erna, moet steeds rekening gehouden worden met de nodige gebruiksruimte van manueel te bedienen deurtypes. Deze is concreter beschreven onder het item deuren.
Lees aanbevelingen voor deuren.
Vrije doorgang
De vrije doorgang van een toegangsdeur is in verhouding met de toekomende mensenstroom of het gemiddelde aantal bezoekers van het gebouw.
De frequentie waarop deze stroom toekomt (gering, druppelsgewijs, of eerder continu met veel kruisende looprichtingen) heeft een invloed op de beschikbare vrije doorgangsbreedte.
Ook de manier waarop men binnenkomt is belangrijk. Is er een doorgang via een beperkt sas? Komt men rechtsreeks in een grote hal met onthaalbalie of is er een mogelijke doorstroom naar andere ruimten?
Een net wat ruimere vrije doorgangsbreedte van minimum 100cm zorgt ervoor dat ook een gebruiker met een assistentiehond gemakkelijker kan passeren. Een assistentiehond loopt schuin naast zijn baasje, waardoor zij samen iets meer ruimte innemen.
Voor gebouwen met veel circulatie is het raadzaam de vrije doorgangsbreedte even breed te voorzien als de toegelaten versmalling van toegangspaden, namelijk minimum 120cm.
Een toegangsdeur wordt in de meeste gebouwen veel intensiever gebruikt dan de achterliggende binnendeuren. De doorgangsbreedte optimaliseren vergroot het gebruiksgemak.

De vrije doorgangshoogte van toegangsdeuren is vergelijkbaar met deze van andere deuren, namelijk minstens 210cm. Toegangsdeuren worden in veel gevallen ook gebruikt voor de aanlevering van goederen, waaronder grotere pakketten of dozen.
Besteed ook aandacht aan de hoogte van luifels en overhangende elementen (bewegwijzering, spandoeken, vlaggen,…). Een vrije doorgangshoogte van minimum 220cm à 230cm is noodzakelijk.
Lees aanbevelingen voor toegangspaden.
Verschillende doorgangen
Grotere inkompartijen kunnen uitgewerkt worden met meerdere deuren naast elkaar. Het is belangrijk dat elke toegangsdeur een goede gebruiksruimte heeft (minimum één vleugel van 90cm vrije doorgang en de nodige opstelruimte). Een gebruiker zoekt de voor hem meest logische weg en vraagt zich niet af of die deur wel voldoende breed is. Hij moet die vrije keuze kunnen maken.
Ook voldoende vrije gebruiksruimte achter de toegangsdeur is van belang. Wanneer er bijvoorbeeld dadelijk na de toegang een kast, rek of tijdelijke balie geplaatst is, vormt dit een obstakel die de vlotte doorstroom kan hinderen.

Bij winkels dient men ook aandacht te hebben voor de plaatsing van beveiligingselementen. Deze bevinden zich vlak na de toegangdeuren, waardoor zij een versmalling (obstakel) op de (loop)route vormen.
Tussen deze elementen (enkel of in serie opgesteld) is een voldoende vrije doorgang gewenst. Komen zij voor bij manueel te bedienen toegangsdeuren, moet de manoeuvreerruimte aan de deur gerespecteerd worden.

De gebruiksruimte voor deuren, de vrije doorgang voor deuren met meerdere deurvleugels en vereisten met betrekking tot zijdelingse opstelruimte worden concreter omschreven in het item deuren.
Lees aanbevelingen voor deuren.
Toegangsdeuren in glas
Deuren uitgewerkt met glazen oppervlakken kunnen gevaarlijk zijn personen met een visuele beperking. Ook voor onoplettende gebruikers vormen ze een gevaarlijke situatie. Een automatische schuifdeur kan bijvoorbeeld niet opengaan. De bezoeker verwacht deze onregelmatigheid niet, waardoor hij ook visueel het gesloten deurvlak fout inschat.
Om deze reden is het belangrijk dat deuren met glazen oppervlakken voorzien worden van contrastmarkeringen. Deze markeringen worden over de volledige breedte aangebracht op drie niveaus: op ooghoogte, heuphoogte en op vloerniveau.

Zorg ook voor voldoende contrast met de omgeving. Dit kan door de toegangsdeur zelf te laten opvallen of door ze te laten contrasteren met eventueel aanliggende glazen wanden, bijvoorbeeld bij etalages of glazen gevels.
Sommige uitvoeringen in gezandstraalde beglazing contrasteren niet voldoende. Het gebruik van felle kleuren of andere contrastrijke alternatieven is een betere oplossing.