Verder Bladeren
Naar Top
Terug Bladeren
 
 
 

Bereikbaar en bruikbaar voor iedereen

Met sanitaire ruimten worden alle ruimten bedoeld waar iemand voor zijn persoonlijke hygiëne terecht kan. Het gaat om toiletten, kleedruimten, badcellen en doucheruimten.

Binnen de toegankelijkheid van gebouwen is er vaak geen sanitaire ruimte die voor iedereen bereikbaar en bruikbaar is. Niet alleen personen met een beperking ondervinden problemen:

  • Ouders met jonge kinderen: in conventionele toiletten is er weinig ruimte om de kinderen te helpen;
  • Grote personen: te weinig beenruimte tussen de toiletpot en de deur, waardoor ze zich niet gemakkelijk kunnen bewegen;
  • Personen die gebruik maken van hulpmiddelen: hebben net dat ietsje meer ruimte nodig voor hulp of voor het plaatsen van het hulpmiddel;
  • Oudere personen: te lage toiletpotten,…
  • Ouders met baby’s: nood aan een verzorgingsruimte;

Zolang we jong en fit zijn, passen we ons makkelijk aan. Aan tijdelijke situaties - zoals een gebroken been - weten we thuis meestal wel een mouw te passen. Maar wat in publieke gebouwen?

Sanitaire ruimten (en in het bijzonder toiletruimten) worden nog vaak te klein ontworpen. Ten onrechte komen ze dikwijls op het einde van de lijst van de functieruimten aan bod.

Het organiseren van bereikbaarheid, functionaliteit en bruikbaarheid van sanitaire ruimten op een comfortabele en veilige manier is één van de belangrijkste items op het vlak van toegankelijke gebouwen. Ze moeten vanaf de start ingeplant worden op een logische plaats in het gebouw.

Optimaal wordt bij elke sanitaire groep gezorgd voor minstens één rolstoeltoegankelijke unit (douche, kleedruimte, toilet). Deze is bij voorkeur geïntegreerd in of minstens in de nabije omgeving gelegen van de andere sanitaire units.

Niet alleen de plek waar de ruimte gelegen is, maar ook de route ernaartoe is van belang. Zorgen voor goede sanitaire voorzieningen heeft immers weinig nut als ze onbereikbaar of onvindbaar zijn. Een logische route, voorzien van goede signalisatie, vormt hiervoor steeds een goede basis

Lees de aanbevelingen voor (loop)routes.

Lees de aanbevelingen voor signalisatie.

 
 
 

Rolstoeltoegankelijkheid is meer!

Om sanitaire ruimten in te plannen (in een gebouw) is het van belang in te schatten welke doelgroepen het gebouw zullen bezoeken en gebruiken. Naargelang het type gebouw en zijn functies zullen de noden verschillen en zal het aanbod aan sanitaire ruimten variëren.

Daar waar bijvoorbeeld een sporthal een reeks van ruimten aanbiedt zoals toiletten, doucheruimten en kleedruimten, zal dit voor een horecazaak beperkter zijn.

Een factor die steeds opduikt bij het realiseren van een toegankelijke sanitaire ruimte, is de rolstoeltoegankelijkheid. Concreet houdt dit in dat een ruimte aan minimum de volgende drie voorwaarden moet voldoen:

  • De ruimte is betreedbaar;
  • Er is een goede gebruiksruimte;
  • Toebehoren en toestellen zijn bereikbaar en bruikbaar, ook vanuit zittende positie.

Een correcte dimensionering en detaillering van deze voorwaarden, bepaalt mee de bruikbaarheid van de sanitaire ruimten.

Door hun specifieke organisatie met het oog op rolstoeltoegankelijkheid (en daardoor een structureel grotere ruimte) lenen deze sanitaire ruimten zich optimaal voor de uitbreiding naar een integraal toegankelijke en multifunctioneel bruikbare ruimte.

Verzorgingstafel in het aangepast toilet

Dubbele functies binnen één ruimte bevordert het gebruik van de ruimte, ook door personen zonder beperking.

Zo kunnen aangepaste toiletten door toevoeging van een verzorgingstafel ook gebruikt worden voor de verzorging van baby’s en jonge kinderen.

Een opklapbare verzorgingstafel is een meerwaarde in een aangepast toilet en vormt in opgeklapte positie geen hindernis bij het toiletgebruik door rolstoelgebruikers. Aangepaste toiletten of ‘toiletten voor ouder en kind’ (nu reeds terug te vinden in grote winkelketens)  zijn hier een goed voorbeeld van.

Zo kan een aangepaste ruimte bijvoorbeeld ook uitgerust zijn met een rolstoeltoegankelijke douche, een kindertoilet en eventueel een (om)kleedzone, waardoor ze multifunctioneel inzetbaar wordt.

 
 
 

Sanitaire ruimten afwerken

Sanitaire ruimten impliceren het gebruik of de aanwezigheid van water. Voor een goede veiligheid is het gebruik van antislip vloermaterialen steeds aangeraden.

Om de ruimten ‘leesbaar’ te maken voor personen met een visuele beperking, worden contrasterende materialen en kleuren gebruikt in de aankleding en afwerking. Dit contrast voorzie je bijvoorbeeld tussen de vloeren, wanden en deuren en tussen de toestellen en de wand.

Een witte toiletpot en spoelknop op een donkere achtergrond zal bijvoorbeeld sneller opgemerkt worden dan wit op wit.

Een goede bruikbaarheid zit vaak in de detailuitvoering. Aandacht besteden aan de ergonomie en het gebruikscomfort van de toebehoren is een must. Denk maar aan gemakkelijk bruikbare kranen en dispensers of stevig bevestigde zitbankjes en handgrepen.

Sanitaire ruimten hebben niet steeds de mogelijkheid om daglicht binnen te laten. Een goede, niet verblindende verlichting is belangrijk. Voorzie ook bij gemeenschappelijke toiletten, kleedruimten of douches (opgebouwd uit verplaatsbare wanden) accentverlichting ter hoogte van of boven elke ruimte.

Om sanitaire ruimten gemakkelijk te lokaliseren, vragen ze een duidelijke signalisatie. Naast een goede bewegwijzering in gangen  kan men gebruik maken van verklarende  symbolen en tekstuele elementen.

Contrastmarkering douchezones

Lees aanbevelingen voor bedieningselementen.

Lees aanbevelingen voor signalisatie.

 
 
 

Natte functies in gebouwen

In tegenstelling tot een doorsnee gebouw zal een zwembad of saunacomplex verhoudingsgewijs heel wat meer sanitaire ruimten omvatten.

Er wordt een overgang gemaakt van de droge ruimten (zoals toegang, cafetaria, onthaal,...) naar de natte ruimten (kleedruimte, zwembad,...).

De route die men doorheen het gebouw aflegt, zal naar gelang de zone (nat of droog) aan andere criteria moeten voldoen, zowel ruimtelijk als naar afwerking toe.

De overgangen tussen de droge en natte zones mogen geen knelpunt vormen. Iedereen moet op een vlotte wijze de kleedruimten van een zwembad, het bubbelbad en de sauna, kunnen bereiken. Ook hier zijn de aanbevelingen van de (loop)route van toepassing.

Vanuit kleedruimten moet men ook de verplichte douches en voetbaden drempelloos of via een alternatieve route kunnen bereiken om zo tot aan het zwembad of de sauna te komen. Vooral bij (zwem)baden moet voldoende ruimte voorzien worden, vergelijkbaar met elke andere (loop)route in het gebouw.

Het realiseren van een goede toegankelijkheid voor deze functies is niet altijd even vanzelfsprekend. Het motto ‘meer ontwerpen voor iedereen’ staat centraal bij de keuzes die men maakt.

Naast heel wat ruimtelijke voorwaarden komen een aantal extra elementen naar voor indien we als persoon met een beperking willen gebruik maken van een (zwem)baden of sauna. Er geraken is één zaak, gebruik kunnen maken van de voorzieningen (erin en eruit) een andere.

Vooral de structurele opbouw van het zwembad (de kuip) op zich is bepalend voor de toegankelijkheid ervan. Ook de organisatie van de voorzieningen ten opzichte van elkaar (ligging, route ernaartoe,…) kan hierop een invloed hebben.

Een (zwem)bad kan betreedbaar gemaakt worden door een trap, helling of hellende bodem te integreren. Via een helling kan men met een rolstoel of douchebrancard tot in het water rijden. Een trap is voor iedereen comfortabeler in gebruik dan een ladder.

Voorzie de helling of trap altijd van een stevige leuning en afwerkingselementen die de veiligheid bevorderen. Let wel: voor de veiligheid worden de trap en helling steeds voorzien in een ondiepe zone.

Zwembadlift

Daarnaast kan je ook gebruik maken van een vaste of verplaatsbare zwembadlift (tillift) om de persoon met een beperking in het water te tillen. Het voordeel van een verplaatsbare lift in vergelijking met een vaste, is dat deze voor verschillende (zwem)baden gebruikt kan worden. Ook kan de plaats of de zone waar iemand in het (zwem)bad terecht komt, aangepast worden aan de wens van de gebruiker.

Toegankelijke zwembaden en sauna’s realiseren is een uitdaging en betekent creatief omgaan met de gegeven ruimte.

Lees aanbevelingen voor (loop)route.

Lees aanbevelingen voor niveauverschillen.

 
 
 

Onderhoud en gebouwmanagement

Sanitaire ruimten worden intensief gebruikt. Om ervoor te zorgen dat die ruimten in een goede staat blijven, is specifieke aandacht nodig. Met een goed onderhoud, zoals een dagelijkse poetsbeurt, kan heel wat onheil - onder andere ook gladheid door water - voorkomen worden.

Ook een goed management van het gebouw is belangrijk. Herstellen van gebreken, slecht werkende elementen zoals handgrepen, zeep- en handdoekdispensers, gebroken tegels op vloeren en wanden en kapotte deursloten vormen belangrijke aspecten van (on)toegankelijkheid.

Fout gebruik van een aangepast toilet

Ook het respecteren van de functie van de ruimte is een basisvereiste. Zo worden aangepaste toiletten soms ingezet als bergruimte, waardoor ze niet bruikbaar zijn. Een goed onderhoud en goed management verhogen de veiligheid en het gebruikscomfort.

 
 
 

Onderdelen van sanitair

De ontwerpaanbevelingen rond het thema sanitair bestaan uit vier onderliggende thema’s:

 
 
 

Regelgeving

Art. 12, 22, 24, 25, 26, 29/1, 29/2, 30, 31 en 31/1 van de ‘Stedenbouwkundige Verordening betreffende Toegankelijkheid’ hebben betrekking op het thema sanitair.

Lees artikel 12

Lees de artikels 22, 24, 25 en 26

Lees de artikels 29/1, 29/2, 30, 31 en 31/1,